Er is ook zoveel. Ik wil schrijven. Boeken, spitsvondige artikelen, gedichten (ook al zegt men dat ik er niets van bak), liedjes. Ik wil ze spelen. Ik wil boeken lezen. Mijn kinderen zien opgroeien. Ze daarbij helpen. Met ze spelen. De liefde van mijn leven gelukkig maken. Met haar alle belangrijke films zien. Alle cd’s die er toe doen bezitten. Mezelf ontwikkelen. Ik moet geld verdienen. Het gejaagde gevoel dat er too much to do in too little time is, overviel me weer. Tot ik de HP/De Tijd van 12 mei afgelopen weekend doorman. (Ja, daar kom ik anderhalve maand later pas aan toe. :-) Ik vond Salman Rushdie’s Shalimar de Clown nog net even iets belangrijker.)
Filelezers overbodig
De redactie van HP/De Tijd schreef over de mogelijkheid van cremeren, begraven en invriezen. Cryonisme. Een uiteraard enorm rechtse optie. Daarom wordt de derde wereld natuurlijk aan haar lot overgelaten. Er moet ruimte gecreëerd worden voor de talloze rijke westerlingen die over tweehonderd jaar allemaal ontdooid worden en dan inmiddels onsterfelijk zijn geworden, fluistert mijn linkse geweten mij in.
Maar waarschijnlijk zijn alle reeds ontdekte en nog onontdekte planeten en sterrenstelsels dan inmiddels ook al gekoloniseerd, waardoor het gehele ruimteprobleem hopeloos ouderwets geworden is. Filelezers zijn dan nog uitsluitend te horen op de golden oldie zenders ter verhoging van de authenticiteit, als relikwie uit het verleden. Dus wat let ons dan de helpende hand uit te steken?
Simulerende bejaarden
Opeens doorgrond ik de betekenis van het leven. Je zestig jaar uit de naad werken om vervolgens na een slaap zolang dat Doornroosje er jaloers op zou worden, eeuwig van je pensioen te genieten. Ik kijk om me heen. Zouden er nu misschien al bejaarden zijn die hun gebreken simuleren en over het (herstelde) lichaam van een twintigjarige beschikken?
Het vooruitzicht van een eeuwig leven beangstigt me. Het is wel erg oneindig. Dan toch liever too much to do in too little time.