De BBC Sound of 2013 genomineerde laat weer van zich horen. Ook op zijn tweede studio album “The OOZ” doet King Krule wat hij wil. En bij een muzikale omnivoor betekent dit dat er geen etiket op te plakken valt. King Krule is jazz, hiphop, blues maar bovenal een artiest met een punk attitude. Toch zijn ook in het werk van King Krule wetmatigheden te ontdekken.
Gemiddeld stapavondje
Een bluesnummer, hoe psychedelisch ook, is natuurlijk gesitueerd op een treinstation. (‘The Locomotive’) ‘Dum Surfer’ lijkt de weerslag te zijn van een gemiddeld stapavondje van King Krule. Met een saxofoonpartij die naarmate het nummer vordert steeds meer naar ska neigt. Madness zit dieper geworteld in de Britse muziek dan menigeen toe durft te geven.
Moederziel alleen
‘Op ‘Sublunary’ lijkt het geluid van de Londense hulpdiensten op muziek te zijn gezet. ‘Lonely Blue’ is zo desolaat dat het je zelfs in een uitverkochte Ziggo Dome (mocht het zover komen) moederziel alleen zal doen voelen. Nog experimenteler gaat King Krule te werk op ‘Cadet Limbo’. Hij komt dichterbij Frank Zappa dan zoon Dweezil ooit lukte.
Beeldende taal
Als tekstschrijver overtuigt King Krule met ‘Czech One’. Prachtige beeldende taal met de diepgang van een roman. Door de zin “It’s cold by the fire” verbonden aan titeltrack ‘The Ooz’. En zo zijn er wel meer verwijzingen, naar het werk op zijn debuut (‘Baby Blue’), maar in het afsluitende ‘La Lune’ bijvoorbeeld ook naar Mount Kimbie.
Het maakt van “The Ooz” een fascinerend werkstuk waar nog veel meer achter schuilt dan het aan de oppervlakte verraadt.