Ik moet eerlijk gezegd toegeven dat nadat ik Tyler, The Creator zijn eerste solo cd “Goblin” (2011) had gekocht, ik deze maar weinig geluisterd heb als ik alleen thuis was. Hij jaagde me er de stuipen mee op het lijf. En mijn vrouw deed ik er ook geen plezier mee. Het is dus een van de weinige krasvrije cd’s die ik heb. Of “Flower Boy” hetzelfde lot zal begaan valt te bezien.
Dezelfde duistere stem
Natuurlijk rapt Tyler, The Creator nog met dezelfde duistere stem, maar de productie is in tegenstelling daartoe euforisch, licht en sprankelend. Een sound die niet geheel nieuw is maar bijvoorbeeld ook te horen was op “The OF Tape Vol. 2” van Odd Future, maar nu nog meer uitgekristalliseerd.
Bij zijn tracks over verkrachting en moord kwam er werkelijk niemand op het idee dat Tyler, The Creator ook echt een verkrachter en een moordenaar was. Met de teksten op “Flower Boy” buitelen de critici nu echter over elkaar heen dat Tyler, The Creator uit de kast is gekomen. Nota bene, Tyler, de rapper die te pas en te onpas het woord “Faggot” gebruikte.
Verbannen
Vrienden van me verbanden me bijna omdat ik naar zijn muziek luisterde. Maar voegen de critici er allemaal aan toe, het maakt natuurlijk niet uit of hij homo of hetero is.
Bret Easton Ellis zal nooit geband worden uit de UK voor het schrijven van het nutteloos gewelddadige boek “American Psycho”. Het is immers fictie.
Een romanschrijver zal nooit het middelpunt van een recensie worden als er een homoseksueel karakter in zijn boek voorkomt (en schrijfsters al helemaal niet). Het is immers fictie.
Een opvatting die ruimte schept zodat er in een recensie ook aandacht kan worden geschonken aan stijl, invloeden en wat de schrijver met het werk poogt te bewerkstelligen.
Alle professionele critici zijn hier bij het recenseren van “Flowerboy” aan voorbij gegaan. Dan moet deze hobbyist dat maar doen.
Waarschuwing
Op ‘Goblin’ plaatste Tyler nog de waarschuwing dat zijn songteksten fictief zijn. Blijkbaar nemen critici niet meer de moeite om ook het oudere werk van een artiest te beluisteren waardoor ze deze waarschuwing hebben gemist.
Terwijl Tyler het ze ook deze keer weer extra makkelijk heeft gemaakt door de openingstrack ‘Foreword’ te noemen. Een track dat je het gevoel geeft middenin het album te vallen en waarbij vooral de sample van Can (hun hit ‘Spoon’) opvalt.
Flashback
Tijdens ‘Where This Flower Blooms’ wordt al snel de aandacht getrokken door een gigantische drop, een flashback naar hoe het allemaal begon. De korte skit ‘Sometimes…’ maakt handig gebruik van ‘Got ‘Til It’s Gone’ van Janet Jackson als sample. Het refrein van het daarop volgende ‘See You Again’ had ook zomaar door haar kunnen worden gezongen in plaats van door Kali Uchis.
‘Pothole’ met een sample van Roy Ayers heeft qua sfeer wel wat weg van de eerste De La Soul single ‘Potholes On My Lawn’, zeker met de flow van Jaden Smith in het refrein. Op ‘Garden Shed’ neemt Tyler nog wat gas terug en biedt de critici tekstueel nog wat meer om over na te denken. Maar als je het mij vraagt ligt het allemaal iets te dik er bovenop.
En hoe Tyler er nu in slaagt om zijn album zo’n 70’s vibe mee te geven? Op ‘Boredom’ worden er zelfs twee tracks voor gesampled: ‘Get Down’ van The Montereys (1971) en ‘Kissing My Love’ van Cold Blood (1973).
Kannibaal
Hij haalt voor de track weer een van zijn favoriete onderwerpen van stal, het eten van mensen. Maar gek genoeg heeft geen van de critici hem uitgeroepen tot kannibaal. Voor de track ‘I Ain’t Got Time!’ gaat Tyler zelfs nog verder terug in de tijd met ‘Introduction’ van el-Sha-Zaar, Tommy Genapopoluis and The Grecian Knights (1969) als basis.
‘911 / Mr. Lonely’ lijkt uit twee nummers te bestaan en dat klopt ook: ‘Outstanding’ by The Gap Band (1982) en ‘Vol.1 (Track 1)’ van Paul Nice (2001).
Sample op sample
En het korte ‘Droppin’ Seeds’ bevat ‘ Express Yourself’ van N.W.A (1988). Alsof dat een originele compositie was. Nee, dat was weer opgebouwd uit ‘Express Yourself’ van Charles Wright & the Watts 103rd Street Rhythm Band (1970) en Dopeman, hun eigen track uit 1987.
En dit nummer bestaat weer uit zes andere nummers: ‘Funky Worm’ van de Ohio Players (1972), ‘Dance to the Drummer’s Beat’ van Herman Kelly & Life (1978), ‘My Posse’ van C.I.A. (1987), ‘Freestyle Live (Unedited Version)’ van Roxanne Shanté en Biz Markie(1987) en ‘Don’t Get High on Your Own Supply’, een scene uit Scarface (1983). En ja, ook deze nummers bevatten weer samples.
Man, de sample playlist is bijna nog interessanter dan Tyler zijn album. Maar hé, gaan jullie het er maar lekker over hebben of hij nu wel of niet homoseksueel is. Dan houd ik me verder wel bezig met de vraag of Tyler als producer inmiddels Dr. Dre niet naar de kroon steekt.
Onderstaande playlist bevat de tracks van het album “Flower Boy” met daaronder de originele tracks die zijn gesampled. Wil je het echt tot op de bodem uitzoeken dan kun je terecht bij Whosampled.com. Mij heeft het een aantal uurtjes vol muzikaal plezier opgeleverd.